Voor het eerst wat weggen
Voor elke taal zijn de eerste woorden en uitdrukkingen die je leert woorden en uitdrukkingen die aangeven dat iets in orde is of niet. We verwijzen naar woorden als ja en nee. En als je het niet weet, zeg dan "Ik weet het niet". Onthoud deze woorden en uitdrukkingen. U zult zien hoe handig het is dat u ze direct kunt gebruiken.
1. ja
2. nee
3. absoluut niet
4. ja natuurlijk
5. nee, dat is onmogelijk
6. Ik denk het wel
<<<
test
1. ja
2. nee
3. absoluut niet
4. ja natuurlijk
5. nee, dat is onmogelijk
6. Ik denk het wel
<<<
Het volgende rijtje kun je ook gebruiken om aan te geven wat je mening is. Kijk naar de spelling en luister zorgvuldig naar de uitspraak. Als je samen met iemand studeert kun je gesprekjes nabootsen waarbij je vooral deze uitdrukkingen gebruikt. Eventueel geef je zinnen in je eigen taal aan, en antwoord je met de zinnen die we hier aanbieden.
1. dat is oké
2. mee eens
3. dat is fout
4. nooit
5. Ik weet het niet
6. je hebt gelijk
<<<
test
1. dat is oké
2. mee eens
3. dat is fout
4. nooit
5. Ik weet het niet
6. je hebt gelijk
<<<
Nu gaat het om het aangeven of je iets goed of slecht vind. Ook hier kun je met een collega oefenen door iin het Nederlands te antwoorden, terwijl je collega vraagt hoe iets is.
goed!
Nu gaat het om het aangeven of je iets goed of slecht vind. Ook hier kun je met een collega oefenen door in het Nederlands te antwoorden, terwijl je collega vraagt hoe iets is.
<<<
1. tegenstellingen
2. goed
3. slecht
4. mooi
5. lelijk
6. goedkoop
7. duur
8. ingewikkeld
9. eenvoudig
<<<
test
1. tegenstellingen
2. goed
3. slecht
4. mooi
5. lelijk
6. goedkoop
7. duur
8. ingewikkeld
9. eenvoudig
<<<
Geef aan hoe je het schilderij vind en of je denkt dat het schilderij goedkoop of duur is.
het schilderij is ...
1. het is slecht
2. het is goed
3. het is groot
4. het is niet groot
5. het is gemakkelijk
6. het is zeer moeilijk
<<<
test
1. het is slecht
2. het is goed
3. het is groot
4. het is niet groot
5. het is gemakkelijk
6. het is zeer moeilijk
<<<
In heel veel situaties moet je aangeven of iets te veel of te weinig is. Onthoudt de volgende zinnen.
1. te veel
2. te weinig
3. genoeg
4 iets meer
5. iets minder
6. dat is goed
<<<
test
1. te veel
2. te weinig
3. genoeg
4 iets meer
5. iets minder
6. dat is goed
<<<
op je beurt wachten
Waar is het?
Allerlei zinnetjes om een vraag aan te geven
<<<
1 waar is het?
2 het is in de stad
3 hoe laat start het?
4 het start om 8 uur
5 hoe ver is het?
6 het is 5 kilometer
7 hoeveel kost het?
8 het kost 10 euro
<<<
test
1 waar is het?
2 het is in de stad
3 hoe laat start het?
4 het start om 8 uur
5 hoe ver is het?
6 het is 5 kilometer
7 hoeveel kost het?
8 het kost 10 euro
<<<
Website was started with Mobirise